Deel 28 beschrijft het uitsnijden van de twee toegangsdeuren en het aanbrengen van de volgende drie huidgangen.
Opensnijden van de toegangsdeuren – De zevende geschutpoort aan iedere kant wordt als toegangsdeur vergroot. De geschutpoort is al in de beplanking opengesneden en wordt in de volgende stap naar beneden tot aan het dek vergroot. Ook hier bij het snijden heel voorzichtig tewerk gaan en niet in het dek snijden.
Vanaf het dek moet de toegangsdeur 23 mm hoog zijn. Let erop dat u vanaf het dek haaks omhoog meet en niet schuin langs de romp, omdat de toegangsdeur anders ietwat te laag wordt.
Verdere beplanking van de romp – De eerste lat van de 13e huidgang loopt van spant 17 to spant 24. Snijd hem op de juiste lengte af, schuur de onderkant en bevestig de lat met witte lijm en spijkers. De lengte van de hekplank wordt zoals eerder met behulp van de sjabloon uit deel 24 bepaald en de plank wordt na het afsnijden op zijn plaats bevestigd. De voorste lat zo afsnijden dat hij een paar millimeter over het voorste schot heen uitsteekt.
In het geval dat de 12e huidgang om de boeg liep, is deze boegplank van de 13e huidgang de eerste die bij het voorste schot eindigt. Belangrijk: De spijkers waarmee de latten worden bevestigd in het schot drukken, niet in zijn beplanking!
Richting de boeg moeten de latten geleidelijk smaller worden, zodat de bovenste lat uiteindelijk evenwijdig met de bovenkanten van de spanten verloopt. In hoeverre de boeglatten smaller moeten zijn verschilt van model tot model. Eventuele hoogteverschillen worden later gecorrigeerd. Het afkanten van de boeglatten moet zorgvuldig geschieden, omdat de individuele latten in hun verloop naar voren ietwat verdraaid zijn, om de ronding van de romp te kunnen volgen.
De volgende huidgang begint met een lat tussen spant 16 en spant 23. Ook hier de boeg- en heklatten zoals voorheen aanpassen.
De 15e huidgang begint met een lat tussen spant 15 en spant 22. Ook hier de boeg- en heklatten zoals voorheen aanpassen. Met deze gang komt u midscheeps dicht bij de bovenkant van de spanten van het halfdek – ongeveer op de hoogte van de latere kuil.
Voordat u verdergaat met de beplanking, tekent u de bovenkant van de beplanking als volgt op de spanten: Dek en dekbalken hebben met elkaar een hoogte van 3,5 mm. Breng van spant 17 tot 21 op 4 mm boven de uitstekende deksteunen een markering aan. De extra halve millimeter dient als tolerantie bij het latere aanpassen. Twee op elkaar gelegde stukken lat hebben de nodige hoogte van 4 mm. Enkele spanten liggen al op de juiste hoogte, andere niet. Deze laatste worden in een latere uitgave aangepast.
De eerste lat van de bovenste huidgang verloopt van spant 17 tot spant 24. Als de lat niet precies langs de zonet aangebrachte markeringen loopt, is dat verder geen probleem, afwijkingen kunnen later gecorrigeerd worden.
Deel 29 bevat nog meer latten en spijkers voor de beplanking. Bovendien worden de geschutpoorten van het bovenste batterijdek gemarkeerd en uitgesneden.
Deel 30 wordt geleverd met het tweede anker en nog een 12-ponder kanon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten