donderdag 3 januari 2013

Is het 'dwarszat' of 'dwars zat'?



Of is het nu : 'ik hoorde dat hij zich schuilhoudt' of 'ik hoorde dat hij zich schuil houdt'? 'Schuilhoudt' wordt hier als één woord geschreven. Maar het is begrijpelijk dat u aarzelt: 'schuilhouden' is een zogenoemd 'scheidbaar samengesteld werkwoord'. In bepaalde zinsconstructies komen de delen ervan wel los voor:

Hij houdt zich in Latijns-Amerika schuil.

Wanneer de delen van zo'n samengesteld werkwoord niet worden onderbroken door andere woorden, worden ze aan elkaar geschreven. Dus is het:
... dat hij zich schuilhoudt (net zoals: dat hij wegfietst, dat hij teruggeeft, dat hij aanneemt).

Toch komen er ook werkwoorden voor die wel lijken op dit soort samengestelde werkwoorden, maar los van een bijbehorend woord worden geschreven. Een voorbeeld: 'dat hij dwars zat (op de stoel)' tegenover 'dat hij dwarszat' (= de gang van zaken blokkeerde).

Hoe weet u in dit soort twijfelgevallen of u het werkwoord wel of niet aan het bijbehorende woord moet koppelen? Een ezelsbruggetje is: kijk of de combinatie van naamwoord en werkwoord maar één klemtoon heeft. Als dat zo is, schrijft u geen spatie. Dus:

(één klemtoon:) De storm heeft hier flink huisgehouden.
(twee klemtonen:) Van al hun bezittingen hebben zij alleen het huis gehouden.

bron: www.vandale.nl


Geen opmerkingen:

Een reactie posten