Deel 13:
Fase 8 van de barkas en nog twee spanten van de Victory.
Zoals voorheen de plakranden van de spanten wat opruwen, zonder de vorm van de spanten te veranderen. De spanten nog niet met de kiel verbinden!
Uit nummer 6 hebben we nu het roer (21) en een 1,5 x 1,5 mm latje nodig en uit nummer 9 de messing strip, een ringbout en de messing draad.
De ringbout wordt direct boven deel 19 (boegplaat) aan de binnenkant in de voorsteven gestoken. Hiervoor met een 0,5 mm boor een gaatje boren. Van de ringbout ca. 3 mm afsnijden (zodat hij niet door de voorsteven steekt) en hem dan in het geboorde gaatje vastplakken.
Het roer – Van het 1,5 x 1,5 mm latje ca. 30 mm afsnijden. Daaruit wordt de helmstok gemaakt; daarvoor wordt een uiteinde spits afgeschuurd. Maar eerst moet een 1 mm gaatje in een rechte hoek aan de voorkant van het roer worden geboord, direct onder de bovenkant. In dit gaatje wordt de helmstok gestoken; schuur hem spits toe totdat hij erin past. Dit alles moet heel voorzichtig gebeuren, omdat de onderdelen zeer breekbaar zijn en gemakkelijk splinteren. De helmstok nog niet aan het roerblad lijmen, leg hem eerst nog terzijde.
Opmerking: De stappen 5, 6 en 7 in de bouwhandleiding leggen uit hoe de kerven voor de ophanging van het roer worden gemaakt. Omdat deze nu in het roer al aanwezig zijn, kunnen we deze drie stappen overslaan!
De twee vingerlingen (roerbanden) worden van de messing strip gemaakt. Daarvoor buigt u met een rondbektang een boogje van 2 mm. De vingerlingen worden aan het roerblad direct boven de twee uitsparingen geplaatst. U kunt ze ook direct om het roer buigen. De uiteinden van de banden moeten gelijk met de achterkant van het roerblad liggen.
Houd nu het roerblad tegen het midden van de spiegel zodanig dat de onderkant van het roer op gelijke hoogte met de kiel ligt. Daarna met potlood vlak onder iedere vingerling op de spiegel en op de achterkant van de kiel een stip voor het boren van twee gaten zetten. Voorzichtig boren, u mag niet door de spiegel heen of voorbij de kiel boren!
Nu worden twee stukjes van 4 mm van de messingdraad afgesneden en in L-vorm gebogen. Ze stellen de scharnieren voor (roerhaken) waaraan het roer wordt opgehangen. De beide roerhaken in de gaatjes steken, zodat één van de punten net als een kleine haak naar boven wijst. Het opgehangen roerblad moet zich vrij kunnen bewegen. Is dit het geval, dan kan de helmstok aan het roerblad worden gelijmd.
Voor de beschilderde versie moet het roer samen met de helmstok wit en de ringbouten zwart geschilderd worden. Als de barkas aan boord wordt geplaatst, wordt het roer uit de roerhaken gehaald en in de barkas gelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten