De geschutpoorten van het onderste batterijdek
Het uitsnijden van de geschutpoorten is erg tijdrovend en wordt dus in drie stappen uitgevoerd: één dek na het andere.
Tenzij u hebt gekozen voor de opengewerkte versie, zijn beide zijkanten van het schip identiek.
Alle 16 geschutpoorten zitten precies aan de voorste rand van de spanten – met uitzondering van de achterste opening, die precies in het midden tussen de spanten 29 et 30 wordt geplaatst, en de tweede geschutpoort van voren, die in het midden tussen spant 13 en spant 14 zit.
De omtrek van de geschutpoorten moet zeer zorgvuldig worden getekend. Controleer aan de hand van het plan nog eens de juiste plaats van de geschutpoorten, voordat u het mes of de boor ter hand neemt! Met behulp van een dun latje, bijvoorbeeld een overgebleven plankje van de barkas, kunt u beide kanten van alle spanten op de beplanking markeren – met uitzondering van de achterkant van spant 30 of de spanten vóór het schot 12.
Alle geschutpoorten hebben vier gelijke kanten die 12 mm lang zijn. De onderkanten van de meeste geschutpoorten liggen op gelijke hoogte als de bovenkant van de eerste huidgang. Al de geschutpoorten dienen in één lijn evenwijdig met de waterlijn te liggen. Met uitzondering van de tweede en de achterste poort grenzen alle geschutpoorten aan het direct daarachter liggende spant. Een sjabloon (12 x 12 mm) is ideaal om steeds dezelfde regelmatige omtrek te tekenen. Het midden van de sjabloon bepaalt u met behulp van de opgetekende diagonalen. Dan het gaatje in het midden boren.
Alle geschutpoorten moeten evenwijdig met de waterlijn liggen. Vanwege de lichte zeeg zullen de voorste en achterste poorten voor een klein deel op de onderste gang geplaatst zijn. De achterste geschutpoort dient precies in het midden tussen spant 29 en spant 30 te liggen. Let erop dat de kanten evenwijdig met deze twee spanten lopen.
Met een priem of een passer het middelpunt van iedere geschutpoort op de romp markeren. Dit verhindert het afglijden van de 2 mm boor, waarmee we ook in de achter de geschutpoort liggende langsbalken boren. Dit boorgat dient later voor de bevestiging van de nagebootste kanonbuizen. Na het boren de geschutpoorten voorzichtig uitsnijden en de randen met een nagelvijl glad maken.
Dezelfde procedure aan de andere kant van de romp herhalen. Het is raadzaam om het mesblad regelmatig te vervangen, want stompe messen maken het werk onnodig moeilijk.
Deel 24 bevat weer een 12-ponder en u gaat verder met de beplanking van de romp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten