Hier wandel ik in de
schemering
de nacht zo dicht nabij
het is de tijd niet dat
ik nu nog zing
dauw hangt laag over
de vecht en landerij
De stilte heeft zich
al genesteld
in bomen straten en
de stad
in menig huis dooft
men het licht
zij hebben de dag gehad
In de verte blaft een hond
dendert er een trein
ergens gaat een deur op slot
schenkt iemand zich een wijn
Ik spoed mij door een
verlaten stad
naar mijn geborgenheid
doe het licht aan
schenk een borrel, en laat
voor eventjes de tijd
Schrijver: Paul de Vries
Geen opmerkingen:
Een reactie posten