Vectors worden hier vetgedrukt weergegeven, en hun lengte in normale letters.
De lengte c van vector c = a x b wordt gegeven door
c = ab sin(j),
met j de hoek tussen a en b.
NB: een lengte is altijd een positief getal, of nul.
De richting van c is in eerste instantie gedefinieerd als 'loodrecht op het vlak van a en b' (oftewel loodrecht op a en b). Om te bepalen of c naar 'boven' of naar 'beneden' wijst gebruik je de rechterhand/parkerpen/kurkentrekker regel.
1) rechterhand-regelDe richting van de vector Z (Z=X x Y) is te bepalen met de rechterhand-regel. Hou de vier vingers van je rechterhand in de richting van de vector X. Hou je hand dan zó dat de vingers van X naar Y kunnen zwenken. Je duim steekt dan in de richting vanZ2) parkerpen-regelDe richting van de vector Z (Z=X x Y) is te bepalen met de Parkerpen-regel. Draai de dop van de pen zó dat de clip via de kortste weg van de X naar de Y vector gaat. De dop beweegt dan in de richting van de Z vector. | |
3) kurkentrekker-regelDe richting van de vector Z (Z=X x Y) is te bepalen met de kurkentrekker-regel. Draai de kurkentrekker via de kortste weg van de X naar de Y vector. Hij beweegt dan in de richting van de Z vector. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten