1 kilo aardappelen (geschild en in stukjes)
750 gram boerenkool (grof gesneden)
4 tomaten (in blokjes)
zout
peper (versgemalen)
100 gram geraspte kaas (belegen)
1 rookworst (à 250 gram, in plakjes)
1 ei (losgeklopt)
3 deciliter melk
75 gram boter
1. Kook de aardappelen in een pan met een bodem water en zout afgedekt in 25 minuten gaar. Verwarm intussen de ovengrill voor. Smelt 50 gram boter in een pan en smoor hierin de boerenkool met tomaat, zout en peper afgedekt, 10 minuten op een laag vuur.
2. Verwarm de melk met de overige boter in een steelpan. Giet de gare aardappelen af, stamp de aardappelen met een pureestamper tot puree en roer de warme melk er door. Roer het ei door de warme aardappelpuree. Schep tenslotte de boerenkool met tomaat door de aardappelpuree. Breng de boerenkoolstamppot verder op smaak met zout en peper.
3. Schep de helft van de stamppot op de bodem van de ovenschaal. Verdeel de plakjes rookworst over de stamppot. Schep de overige stamppot over de rookworst.
4. Strooi de geraspte kaas over de boerenkoolschotel en laat deze onder de ovengrill gratineren tot het gerecht een bruin korstje heeft.
Bereidingstijd: circa 55 minuten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten