Deel 37 bevat verdere latten en spijkers voor de rompbeplanking.
Ga verder met de beplanking richting de zandstrook tot eer nog ruimte voor tien huidgangen overblijft.
Door de vorm van het achterschip verschuift de plek waarop u de huidgangen verjongt moeten worden verder naar voren. Misschien moet u droppers gebruiken om twee naast elkaar liggende huidgangen niet te spits te laten verlopen. Denk eraan de latten af te schuinen, zodat ze precies tegen de spanten en de vorige huidhangen aanliggen.
Breng ongeveer acht tot negen huidgangen aan, totdat er nog plaats voor tien huidgangen overblijft. Volg de in de delen 32 en 33 uitgelegde technieken. Verjong de latten indien nodig of voeg droppers toe.
Door de complexe vorm van het achterschip moet iedere lat anders worden verjongd en u hebt minder droppers nodig. In de bouwhandleiding wordt uitvoerig beschreven hoe de droppers van het achterschip worden ingebouwd.
Misschien hebt u voor de twee laatste huidgangen aan de boeg een dropper nodig. Deze huidgangen eindigen aan het voorste schot. Het inzetten van de dropper kan later gebeuren.
Denk eraan dat de huidgangen bij ieder model anders verlopen.
Deel 38 bevat verdere latten en spijkers voor de beplanking van het onderwaterschip (een digitale schuifmaat en een kleine schaaf zijn handig gereedschap voor het volgende deel van de rompbeplanking).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten