Zinnetje om de volgorde van de romeinse cijfers te onthouden

De volgorde van de symbolen is (in oplopende volgorde):

Ik Verving Xanders Lekkere Citroenen Door Mandarijnen

Toelichting Romeinse Cijfers

Er zijn 7 symbolen:

I	=	1
V	=	5
X	=	10
L	=	50
C	=	100
D	=	500
M	=	1000

I - II - III - IV - V - VI - VII - VIII - IX - X
V, L en D worden in een getal slechts eenmaal gebruikt.
I, X en C kunnen ten hoogste driemaal naast elkaar staan.
Het hoogste cijfer staat vooraan.
Als er een cijfer van een lagere waarde tussen cijfers met een hogere waarde staat, moeten we gaan rekenen.
Trek de waarde van het middelste cijfer af van de waarde van het cijfer rechts daarvan.

Bijvoorbeeld XIV. Hier staat 10 + (5 - 1), dus 14.
MCM is 1000 + (1000 - 100) = 1900.
MMCM en dan zijn we 1000 jaar verder = 2900.