maandag 1 oktober 2012

Ik weet niet


Ik weet niet wat het is,
maar ze grijpt me bij de keel,
heeft mij in haar macht
en drukt mij met de neus
op feiten die niet zijn;
Opent mij de ogen,
dwingt mij te kijken
naar jou
zoals ik je nooit gezien heb.

Zo barst ik uit 't harnas
waarin ik zat gekluisterd,
mij niet kon bewegen,
amper nog kon ademhalen.
Ontaard ik van mijn vast omhulsel
en breek uit 't krappe huis
waarin ik opgesloten zat.

Muren barsten open
en ik bot uit
naar alle kanten,
verlaat 't huis
en groei omhoog,
wild om mij heen;
zwevend op de wind
raken mijn toppen
de adem
waarmee alles begint
en verheft mij,
terwijl de aarde
trillend onder mij verdwijnt
en
verblijf ik in mijn oord,
slechts een tel,
waar niemand
ooit nog is geweest
en nooit komen zal
noch zien het licht
waarin zij rondwandelt
en
jong als nooit tevoren
klaterlachend ziet
met held're oogopslag
naar haar disgenoot
en woorden spreekt
met gouden mond,
nippend van de wijn,
nimmer bijgevuld
en eeuwig brood,
dansend op muziek-
de oerslag van het hart-
en weet ik
wat is geweest,
wat is
en wat komt:
het hele zijn,
het hele wezen
van mijn bestaan
wil ik jou
in liefde delend
te worden tot
een,
toen,
nu
en straks,
altijd
en overal
in niets en
in alles tegelijk,
zoals ik je
nog nooit gedeeld heb
en nooit meer
zal kunnen,
wanneer ik
weer terug ben
in mijn harnas,
mijn huis.

Schrijver: H.H. Uiterwaard

Geen opmerkingen:

Een reactie posten